Daar staat ie, tegenover me; “mag ik mijn eigen fouten maken”, roept hij boos. “Ik ben jou niet, ik ben anders”. Daar, bam, een rake rechtse! Hij ís niet mij. Hij houdt me een spiegel voor. Een nietsontziende spiegel. Maar al te graag zou ik mijn kinderen behoeden voor alle fouten die ik gemaakt heb, ze zonder kleerscheuren laten opgroeien. Maar dat gaat niet, ze hebben recht op hun eigen worstelingen, blauwe plekken, schaafwonden en hartezeer. Daar kunnen ze zelf van leren, conclusies trekken en groeien. We hoeven niet alles weg te poetsen, mooier te maken. Het hoeft niet perfect, van perfect leren we niets.
Iedereen heeft zijn eigen weg. Ik durfde vroeger niet te zeggen dat ik werd gepest. Ik droeg het alleen. Ik verwijt mijn ouders niets, zo is het gegaan. Een gemis, waar niemand iets aan kan doen. Een gemis dat een hapto interventie niet kan rechtzetten, de meneer niet kan oplossen of de kinderen niet kunnen wegpoetsen, zelfs niet met alle kusjes en knuffels in de wereld. Het hoeft ook niet weg, het is een onderdeel van mij, het heeft me gevormd en gemaakt tot wie ik nu ben. Anders was ik misschien niet zo’n doorzetter geweest of was ik misschien nooit met haptonomie of zelfontwikkeling in aanraking gekomen.
Om dit zo hier neer te zetten, heeft wel heel wat voeten in aarde gehad. In mijn bereidheid mijn worstelingen aan te pakken, het gemis onder ogen te zien, heb ik het mijn ouders echt wel verweten. Man, wat ben ik boos geweest. Niet alleen op mijn ouders, ook op de pestkoppen, de leraren. Boosheid, frustratie, onmacht en veel verdriet. Ik wilde het allemaal niet voelen, het moest weg. Vooral het grote waarom waar je nooit een antwoord op krijgt of een excuus. Ik denk oprecht dat niemand het weet dat ik er zo mee heb gezeten. Iedereen gaat door met zijn eigen leven, met zijn eigen waarheid. En dat moest ik ook. Dat deed ik ook, alleen bleef het nog wel aan me kleven. Ergens beneden op de bodem van de put, als een snelkookpan met de deksel erop. Heel af en toe schoot die deksel los en dan vond er een kleine explosie plaats. Een explosie van emoties. Dan wist ik niet hoe snel die deksel weer terug moest. En soms gebeurd het nog wel eens, iets dat wat me raakt en schuurt aan het verleden. Het overkomt me, onverwachts als een rake rechtse. Waar ik dan even van wankel, even van uit balans raak. Dan ga ik hard werken en zorgen. Inmiddels herken ik de signalen steeds vaker en kan ik het steeds sneller duiden.
Het vergt moed en bereidheid om de deksel van je eigen snelkookpan te liften. Om te kijken welke ballen je allemaal onder water probeert te houden. Voor mij is mijn opleiding tot haptotherapeut een goede start geweest voor mijn eigen ontwikkeling. Ik ben beter in staat te snappen waar ik in het hier en nu tegenaan loop. Zoals die spiegel die mijn kinderen me soms voorhouden. In die spiegel zie ik het kleine meisje dat behoefte had aan steun maar er niet om vroeg, om gezien te worden. Maar het is mijn verleden, ik ben het aangegaan, onder ogen gekomen en dat is helend geweest. Wat ik het mooie aan haptonomie vind is dat je lichaam je verraadt. Ik kan kletsen als de beste, heel hoofdelijk alles verklaren. Recht lullen wat krom is en vice versa. Maar met haptonomie was het er dwars door heen. Niet lullen maar voelen, telkens weer. Niet verklaren, maar voelen wat zich aandient en daarmee aan de slag. Als je kunt zien en voelen hoe je verleden is verweven met het hier en nu ontstaat er ruimte voor andere keuzes.
Ik ben Simone, moeder van 3, Fysiotherapeut, dappere donder, ondernemend, gevoelig, sociaal, fit & sterk en in de zomer van 2018 afgestudeerd HAPTOTHERAPEUT. Wat is dat dan, haptonomie? De meeste mensen weten niet wat haptonomie is. Of denken aan iets zweverigs. Maar haptonomie kan juist heel concreet zijn; het gaat namelijk over het (h)erkennen van gevoelens. Je lichaam vertelt veel over hoe je je voelt: gespannen schouders, een knoop in je maag, knikkende knieën. HERKENBAAR? Soms moet of wil je er iets mee, soms niet. Deze blogs gaan over zaken uit mijn dagelijkse leven als moeder, ondernemer, crossfitter, vriendin, partner; kortom het leven van alledag waarbij ik stilsta bij alledaagse gevoelens en waar in je lijf die dan huizen.